Scènes uit het leven van koning Ludwig II van Beieren maken dit boek uit. We nemen kennis van een aantal voor het verdere leven bepalende gebeurtenissen uit s konings jeugd, de weinige mensen met wie hij contact mocht onderhouden passeren de revue, zijn ver- en `ont loving worden aangestipt, zijn fascinatie, overgaand in rabiate verering voor kunst en persoon van Richard Wagner wordt aannemelijk gemaakt; de componist zelf wordt trouwens uitgebreid ten tonele gevoerd, naarstig de stroopkwast hanterend tot het ten slotte echt niet meer gaat. Verder komen aan de orde: de steeds verder toenemende excentriciteit van de koning, vooraf geschaduwd door de krankzinnigheid van zijn broer, en vooral tot uiting komend in zijn bouwwoede, welks curieuze resultaten nog heden een toeristische trekpleister vormen; de koninklijke homoseksualiteit annex desbetreffend schuldcomplex, en zijn mesalliance met de toneelspeler Kainz; ten slotte zijn omstreden dood, voorafgegaan door zijn al even omstreden gekkenbriefje.
Een historische roman, lijkt het wel. Maar dat is niet alles: ook een `onderzoek naar waarden , naar wat waardevol is in de cultuur der romantiek en wat niet, naar de discrepantie zoals die bij voorbeeld bestaat tussen Wagners sublieme kunst en wat er nodig was om die te laten ontstaan; een onderzoek ook naar wat de macht met iemand doet, wat er gebeurt, in positieve en in negatieve zin, als de macht in handen valt van iemand die hem niet dragen kan.